The composition Fantaisie pour flûte et orgue has two parts, to be performed directly after each other.
1. Andante, quasi allegretto – Allegro giocoso
2. Adagio ma non troppo; più andante; tempo primo – Allegro giocoso
De Fantaisie pour flûte et orgue bestaat uit twee delen, die elkaar zonder grote onderbreking opvolgen:
1. Andante, quasi allegretto – Allegro giocoso; 2. Adagio ma non troppo; più andante; tempo primo – Allegro giocoso.
De opening ‘andante, quasi allegretto’ dient als inleiding tot het ‘allegro giocoso’, dat als laatste onderdeel van de compositie wordt herhaald; aan het einde daarvan worden motieven uit de inleiding toegevoegd en als coda verwerkt.
De Fantaisie pour flûte et orgue uit 2005 bevat de volgende toelichting van de componist
Dit werk is het resultaat van de compositie-opdracht, mij verstrekt als feestgeschenk bij mijn 75ste verjaardag. Ik draag het op aan Rina, die al meer dan vijftig jaar mij in mijn werk gesteund, gestimuleerd en geïnspireerd heeft. Ik draag het tevens op aan de nagedachtenis van de fluitist Johan van Kempen met wie ik veel heb samengewerkt.
Nederlands 
English